Rondreis Sri Lanka 2010-2011

Zondag 9 januari

Vanmorgen om 8.45 uur weer op weg. Naar het noord westen, voormalig oorlogsgebied. Naar Jaffna gaan we niet, hier hebben we geen toestemming voor gekregen. Naar Mannar kunnen we wel. Mannar ligt op een schiereiland aan de westkant van Sri Lanka.

De eerste 20 km rijden we over een vreselijk slechte weg! Echt alles gaten, kuilen, scheuren, ongelooflijk. Het was slalom rijden, heel vermoeiend, en slecht voor de bus, passagiers kregen een gratis ‘Slender You' behandeling. Je ziet ook niet veel kleine bussen rijden hier, wel de grote bussen. Je moet maar niet vragen hoe die eruit zien.

Maar goed, we komen uiteindelijk op de A9

Wink
en vervolgens slaan we af de A 14 op. Deze wegen zijn een stuk beter. Langs deze hoofdwegen zie je veel controle posten waar soldaten staan, geweer in de aanslag. Om de honderd meter was er een militaire bunker. Voor we de A 14 opgingen was er een paspoortcontrole en stond een militair met een boekje met namen, die blijkbaar niet door mochten. Schadee kwam er niet in voor. Houtenbos en Beuger ook niet. Dus we mochten doorrijden
Tongue out

Langs de A 14 zagen we ook een vluchtelingenkamp, heel groot. Er zijn 6 van deze kampen en hierin verblijven, in totaal,ruim 100.000 vluchtelingen. De barakken zijn groot en van ijzeren golfplaten. De mensen die hier verblijven zijn in grote getale uit het noorden gevlucht tijdens de oorlog. Ze kunnen het kamp in en uit met een pasje. Er zijn mensen die niet meer terug gaan naar het noorden, maar een groot deel van de mensen wel. Dit gaat niet zo snel en makkelijk i.v.m. de mijnen die eerst geruimd moeten worden. Hoe de situatie in deze kampen precies is weten we niet. Je kunt hier alleen naar binnen met toestemming van het ministerie van defensie.

Tegen de middag kwamen we bij het Convent van Marunkan, waar zuster Wilma de scepter zwaait. Zij zorgt hier voor 85 weesmeisjes. Van een groot deel, van deze meisjes (leeftijd tussen de 14 en 17 jr), is de hele familie gedood in de oorlog. Eén meisje kwam uit een gezin van 7 personen, ze is de enige overlevende en woont nu in het Convent. Ze vertelde ons ook over een groep mensen die in de jungle leven, zonder drinkwater of andere voorzieningen. Er is wel een schooltje, welke zij heeft geholpen en ook heeft Zr Wilma gezorgd voor schoolspullen. Dit dorpje, met ongeveer 800 inwoners, moeten met elkaar weer een toekomst op zien te bouwen. Steun van de overheid is er (nog) niet. Zr Wilma brengt 1x per maand een bezoek aan dit dorp. We hebben aan Zr Wilma gevraagd wat zij nog aan wensen heeft om de gewenste hulp te kunnen geven of wensen heeft voor andere voorzieningen om haar werk hier te kunnen doen. Dit zullen we nog van haar krijgen.

Na de goed verzorgde lunch door de zusters, gingen we naar Mannar. Zuster Wilma ging met ons mee. Zij wilde met ons naar Adampan, waar zij ook aan hulpverlening doet. Echter, we moesten weer langs een controle post en buitenlanders zijn hier nog steeds niet welkom. Ook met zuster Wilma bij ons kregen we geen toestemming om mee te gaan. Dit ging dus niet door. Dan maar door naar Mannar. Hier staat de grootste boom van Sri Lanka; de Biobab Tree = in omtrek 1950mtr en 7.50 mtr hoog. Natuurlijk op de foto bij deze bijzondere boom. Vervolgens op de thee bij familie van een zuster die in Kulmunai woont. Zo maken we kennis met de Tamil bevolking hier.

We overnachten in een guesthouse, die één van de zuster in Kulmunai voor ons heeft geregeld. Redelijk snel gevonden. We moeten wel even door een flinke sloot water, het gaat maar net met de bus. En elke keer als we hier langs moetenkreunt Siri steeds harder; hij is zo zuinig op zijn bus, en dan dit

Frown

Het guesthouse is netjes, allemaal weer een eigen kamer en een heerlijk balkonnetje om gezellig met elkaar te zitten. Zr Wilma wordt door de eigenaar van het guesthouse, achterop de brommer naar het busstation gebracht (foto maken niet toegestaan

Laughing
).

Wij zoeken het strand op, welke me deed denken aan de Noordzee. We raken al snel aan de praat met een klein groepje jongemannen. Eén ervan spreekt een beetje Engels (hier spreekt de bevolking Tamil en dit is ook voor Siri niet te verstaan). Hij verteld ons hoe het er hier voor de vissers zo dagelijks aan toegaat. We hebben een poosje staan praten en toen vroeg deze jongen of we mee wilde naar zijn huis? Ja, leuk....en dat was het . De mensen zijn erg vriendelijk en gastvrij.

Vervolgens was het tijd voor het avondeten die wij hebben genuttigd in een klein, lokaal restaurant. Hier wordt geen alcohol geschonken, verboden. Omdat we de dag wilde afsluiten met een lekker koud biertje ‘even' langs de plaatselijke bar. Piet was aan het telefoneren met Zr Lucrece. Zei vertelde dat de weg tussen Kulmunai en Baticalloa, waar wij eergisteren langs gekomen zijn,nu was afgesloten i.v.m. ernstige overstromingen, er geen elektriciteit was en ook geen vaste telefoonverbinding.Lydia ging daarom met onze gastheer 4 bier halen in deze ‘bar'. Van de weg konden we het een beetje zien, maar Lydia vertelde dat ze even in een heel ander wereld kwam,het leek wel een film; het was een klein gebouwtje, het stonk er naar opium en de ‘kelners' stonden achter een traliewerk. De gekochte alcohol werd op straat genuttigd. Beetje bizar wel.

Wij zochten ons gezellige balkon op om deze indrukrijke dag met elkaar af te sluiten. Wat een dag.

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!